Werklust historie

Werklust van de jaren '50 tot nu; al meer dan 65 jaar ervaring!
Start

Jaren ’50

In de jaren vijftig gevestigd op een industrieterrein aan de rand van Apeldoorn, ongeveer een uur oostelijk rijden vanaf Amsterdam, kwam het huidige Werklust voort uit de smederij van vader en zoon Michael en Pieter de Goey, welke werkten vanuit een klein dorpje noordelijk van de huidige plaats Apeldoorn. Hier ontwikkelden zij de hydraulica en het bulldozerblad voor montage aan de voorzijde van 40 tot 80 pk tractoren.

Vanaf 1952 tot 1961 maakten zij tevens ook de cabine, het laadframe en de hydraulica voor een over-de kop- lader welke werden gemonteerd aan de zelfde Fordson Major tractoren, met als type aanduiding de 501. Werklust maakte ca. 40 eenheden per jaar voor de prijs van ca. NLG 7.750,- (ca. EUR 3.500,-) per stuk.

Gedurende deze ontwikkeling hebben zij zich opnieuw gevestigd op de huidige locatie van Werklust Holland bv. De afgebeelde tractor is een van de vroegere modellen, welke nu is gestationeerd op de fabriek in Apeldoorn.

Begin jaren ’60

Rond 1960, waren de plannen klaar voor de ontwikkeling van de allereerste Werklust wiellader. Medio 1961, was het prototype klaar. Bekend geworden als de OL 507, uitgerust met een 57 pk viercilinder diesel van Ford. Het gewicht was ca. 6.400kg, en voorzien van vierwiel aandrijving werd deze aanvankelijke machine gebaseerd op een Majoor Fordson. Nochtans verwijderde Werklust de vooras en verving deze door legerassen van de V.S. achtergelaten in opslagen na het eind van de Tweede Wereldoorlog. Werklust ontwikkelde de definitieve aandrijflijn, maakte een nieuwe cabine, voegde een laadframe en het hydraulische systeem toe en verkocht ca. 50 stuks per jaar in Nederland vanaf 1961 tot 1966. De machine had een hefcapaciteit van 2.400 kg en een capaciteit van 70 tot 80 m3 grond per uur. Een snelle blik in de boeken van die tijd laat zien dat deze machine FL 39.000,- (ca. EUR 17.500,-) in 1962 kostte!

Midden jaren ’60

Hoewel de OL 507 zakelijk een succesvolle machine was, werd het spoedig duidelijk dat de over de koplader geen toekomst had. Het veiligheidsaspect werd steeds belangrijker, en in het midden van de jaren ’60, was er een toename van de vraag naar voorladers in de grondverzet markt. Met dit gegeven startte Werklust de ontwikkeling van zijn eerste voorlader op wielen. Deze werd echter niet gebaseerd op een Fordson Majoor, maar een eigen machine werk ontwikkeld die bekend werd als de VL-serie. Het eerste model werd de VL 1300 genoemd en werd aangedreven door een Deutz motor van 139pk, had een eigen gewicht van 9 ton en voorzien van eigen Werklust assen, 4 wiel aandrijving en 4 wiel besturing wat een noviteit was voor die tijd. Er was zelfs een Britse inbreng in deze ontwikkeling aangezien een Twin Disc Powershift deel uit maakte van de aandrijflijn. Deze machine bood een hefkracht van maximum 2.400 kg voor FL 50.000,- (EUR 23.000,-) aan! De productie begon in 1963 en een gemiddelde van 30 machines per jaar werden geproduceerd.

Eind jaren ’60

Hoewel Werklust spoedig realiseerde dat het VLType de toekomst had, was het duidelijk dat een uitbreiding van de modellen nodig was. Rond 1965, werd de VL 1300 geleidelijk minder verkocht ten gunste van een viertal nieuwe modellen in de VL-serie te weten de VL 900, VL 1200, VL 1500 en de VL 1800. Variërend in bakcapaciteiten van 2.200, 2.800, en 3.400 kg voor respectievelijk de VL 1200, 1500, en 1800 allen aangedreven door zes cilinder DAF motoren (85, 105 en 115 pk). De eigen gewichten waren 7.200, 8.810, en 10.160kg. Hoewel de Alison Powershift, en de hydraulische pomp werden ingekocht, werden de machines compleet door Werklust gefabriceerd. Interessant was dat de VL 900 werd gemaakt op verzoek van het Nederlandse Ministerie van Defensie. Echter de VL 900 haalde enkel het prototypestadium, een militaire order is het destijds niet geworden. Maar toch hielp de nieuwe VL-serie Werklust te groeien zodat per jaar rond de 100 machines werden verkocht in Nederland en Duitsland vanaf 1965 tot 1972. Het populairste model was de VL 1500.

De jaren ’70

Hoewel de VL-serie populair was, kon Werklust de nieuwe tendens naar knikbestuurde wielladers die rond 1970 begon, niet negeren. Dit leidde tot de ontwikkeling van een aantal knik gestuurde machines, die naast de wielgestuurde VL-series een aantal jaren werden aangeboden, en in 1976 werden deze twee series vervangen door de WG-serie. De WG serie bestond uit zes-modellen die zich van de WG 10 (52 pk Perkins motor, 700 liter bak inhoud, eigen gewicht ca. 3.600kg) uitstrekte tot aan de WG 50, die een eigen gewicht had van 16.000kg, en een bakinhoud had van 3.500 liter. Interessant, was dat de grootste vier modellen die werden aangeboden konden worden uitgerust met Daf motoren of Detroit (GM) diesel Motoren. Vanaf 1983 hadden alle modellen een ZF transmissie en assen, en DAF motoren. Daarnaast werden load-sensing pompen voor de hydraulische en het stuur systeem geïnstalleerd wat revolutionair was voor die tijd. Tegenwoordig worden ook verstelbare pompen in de nieuwe machines gemonteerd met die verstande dat ze vermogens geregeld zijn in plaats van volume geregeld.

Hier een uitgebreid historisch overzicht: bouwmachinesvantoen-archief.nl  Met dank aan de makers van de website!

De jaren ’80

In de jaren 80, ging het economisch slecht in Nederland en Werklust werd gedwongen andere producten te ontwikkelen. Een eerste nieuwe ontwikkeling was een zes wiel aangedreven dumper die in 1983 werd geïntroduceerd. Deze dumper genaamd WD 3, hat een 273 pk GM motor, had een nuttige lading van 30 ton en een maximum snelheid van 45 km/h. Desalniettemin, realiseerde Werklust zich dat het een moeilijk project was. Alhoewel de modellen met succes in Texas en Duitsland werden getest, werden slechts 40 machines verkocht waarvan vijf in de V.S. De te lage verkoop aantallen van het WD3 project en de mislukking het idee om andere voertuigen te ontwikkelen op basis van een knikchassis, welke gepaard ging met de dalende verkoop van de wielladers, resulteerde dat Werklust in 1986 failliet werd verklaard. Werklust werd gekocht door de Koninklijke Groep Begemann. Werklust richtte zich weer op de kerntaken te weten het ontwikkelen, produceren en verkopen van wielladers. Werklust maakte een grote sprong voorwaarts door goed naar haar klanten te luisteren en een nieuwe Bserie wielladers te ontwikkelen.

De jaren negentig

Meer goed nieuws kwam spoedig in de vorm van een grote order voor 141 machines van het Nederlandse Leger. Door middel van een inschrijving versloeg Werklust de concurrenten op prijs en kwaliteit! De order voerde onmiddellijk de omzet op met 300% en leverde Werklust 3 jaar extra werk op. De zaken bleven tijdens de jaren ’90 groeien. In 1999, veranderde Werklust van eigenaar en werd gekocht door een Nederlandse zakenman die meer geïnteresseerd was in het bezit dan het bedrijf. In 2001 werd het besluit genomen om de productie en de assemblage uit Apeldoorn te verplaatsen naar een extern bedrijf in de Tsjechische Republiek, wat een grote fout bleek te zijn. Helaas was de eigenaar meer geïnteresseerd in de verkoop van de knowhow dan in het behoud van het bedrijf. Een jaar later, in 2002, werd Werklust voor een tweede keer failliet verklaard! Nochtans, werd het bedrijf voor een tweede keer gered. Een aantal werknemers van Werklust benaderde Werklust dealer Jaap Tempel en industrieel vastgoedhandelaar Willem Goudkuil. Samen werkten zij met drie andere mensen een reddingspakket uit. De nieuwe aandeelhouders kochten de naam Werklust, de voorraden, onderdelen, tekeningen, en slaagden er zelfs in om de half geassembleerde machines van het bedrijf in de Tsjechische Republiek te kopen. Hoewel weer werd geassembleerd in Apeldoorn werd verder gezocht naar uitbesteding van productie van componenten. Alle delen, met inbegrip van cabinedelen, worden ingekocht. In feite, zelfs is het lassen van de chassisdelen is uitbesteed. De huidige fabriek in Apeldoorn wordt gebruikt om de machines te assembleren.

Een nieuw begin in 2002

Het nieuwe Werklust moest veel werk verrichten. De D-serie die in de loop der jaren zeer succesvol is gebleken moest gemoderniseerd worden en worden voorzien van een tier II motor. Het resultaat was de nieuwe WG 18E, en de nieuwe WG 45E, Echter hiermee was het werk niet beëindigd, aangezien de E-serie met nog twee nieuwe modellen moest worden voltooid, te weten de WG17E en de WG35E. De introductie van de twee nieuwe modellen van de E-serie, en het feit dat twee andere machines in ontwikkeling zijn bevestigen dat Werklust nogmaals terug was op het goede spoor om zijn kernactiviteiten te intensiveren. De sterkte van Werklust is altijd in de ladermarkt op wielen geweest, dit is de markt waarop Werklust zich verder concentreert.

DE JAREN 2010

Verhuizing naar Europaweg 183

SAMENWERKING MET LJUNGBY MASKIN zweden